Josephus Franciscus Joannes "Frans" Baltussen, 1894–1974 (leeftijd 80 jaar)
- Naam
- Josephus Franciscus Joannes /Baltussen/
- Voornamen
- Josephus Franciscus Joannes
- Roepnaam
- Frans
- Achternaam
- Baltussen
vader |
1857–1917
Geboren: 10 april 1857
34
27 — Driel, Gelderland, Nederland Beroep: Fruithandelaar Overleden: 24 februari 1917 — Elst, Gelderland, Nederland |
---|---|
moeder |
1862–1931
Geboren: 15 februari 1862
41
29 — Wijk bij Duurstede, Utrecht, Nederland Overleden: 27 september 1931 — Elst, Gelderland, Nederland |
Huwelijk | Huwelijk — 16 mei 1889 — Wijk bij Duurstede, Utrecht, Nederland |
17 maanden
oudere zus |
1890–1959
Geboren: 3 oktober 1890
33
28 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 3 november 1959 — Beneden-Leeuwen, Gelderland, Nederland |
3 jaar
oudere zus |
1893–1893
Geboren: 23 april 1893
36
31 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 12 augustus 1893 — Elst, Gelderland, Nederland |
13 maanden
hijzelf |
1894–1974
Geboren: 15 mei 1894
37
32 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 26 december 1974 — Elst, Gelderland, Nederland |
18 maanden
jongere broer |
1895–1948
Geboren: 1 november 1895
38
33 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 1 mei 1948 — Beneden-Leeuwen, Gelderland, Nederland |
2 jaar
jongere broer |
1898–1952
Geboren: 24 januari 1898
40
35 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 4 februari 1952 — Arnhem, Gelderland, Nederland |
20 maanden
jongere zus |
1899–1977
Geboren: 26 september 1899
42
37 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 19 oktober 1977 — Bunnik, Utrecht, Nederland |
2 jaar
jongere zus |
1901–1988
Geboren: 10 september 1901
44
39 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 30 november 1988 — Roma, Lazio, Italië |
18 maanden
jongere zus |
1903–1904
Geboren: 23 februari 1903
45
41 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 24 mei 1904 — Elst, Gelderland, Nederland |
18 maanden
jongere broer |
1904–1985
Geboren: 11 augustus 1904
47
42 — Elst, Gelderland, Nederland Beroep: Priester-Jezuiet Overleden: 7 mei 1985 — Nijmegen, Gelderland, Nederland |
13 maanden
jongere zus |
1905–1951
Geboren: 30 augustus 1905
48
43 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 9 augustus 1951 — Arnhem, Gelderland, Nederland |
hijzelf |
1894–1974
Geboren: 15 mei 1894
37
32 — Elst, Gelderland, Nederland Overleden: 26 december 1974 — Elst, Gelderland, Nederland |
---|---|
echtgenote |
1901–
Geboren: 25 mei 1901 — Groningen, Groningen, Nederland Overleden: |
dochter |
Privé
–
|
dochter |
Privé
–
|
dochter |
Privé
–
|
dochter |
Privé
–
|
zoon |
Privé
–
|
dochter |
Privé
–
|
Notitie | Fragment uit 'Kroniek van de familie Baltussen 1673-1975' door Albert Baltussen (Priester-Jezuiet). Evenals zijn grootvader en zijn vader werd mijn oudste broer "Frans" genoemd al werd hij gedoopt Josephus Franciscus. Hij huwde met Maria-Elisabeth Wilhelmina Janssen, geboren 25-5-1901 te Groningen, als jongste dochter van Wilhelmus A.B.Janssenen Geertruida Aletta Verweij. Haar vader was oprichter van de bekende manufacturenhandel Gebroeders Janssen te Groningen en Leeuwarden. Het echtpaar Baltussen-Janssen kreeg 6 kinderen. Frans was nog geen 23 jaar toen zijn vader stierf en hij al diens zaken als een zwaar juk op zijn jonge schouders moest nemen. Die zaken betroffen een uitgebreide fruithandel op Duitsland en Engeland en een appe1stroop-jamfabriek te Driel meteennevenbedrijf te Elten (D). In het beheer van de fabriek te Driel had hij aan de medefirmant, oom Arnoldus, een grote steun. De zorg voor de verdere opleiding van zijn jongere broers en zusjes liet zijn moeder ook aan hem over. Wij allen zijn hem grote dank verschuldigd voor de wijze waarop hij tegemoet is gekomen aan hun wensen, door hen de middelen te verschaffendienodig waren om een toekomst op te bouwen. Een druk zakenleven belette hem echter niet zich te interesseren voor het sociale en kerkelijke leven in zijn woonplaats en geleidelijk werd hij voorzitter van de R.K. Kiesvereniging;bestuurslid,regisseur en later voorzitter van de R.K. Toneelvereniging "Werken en weldoen"; medeoprichter en secretaris van de stichting "R.K. Verenigingsgebouw Het Centrum"; consul van de A.N.W.B. waaraan gekoppeld zat het uitreikenvanrijvaardigheidsbewijzen! Omdat zijn vader voorzitter was van de in 1915 opgerichtte woningbouwvereniging "EIst", volgde hij hem, na diens overlijden in 1917, op, eerst als secretaris later als voorzitter. Rond 1920 werd hij gekozen als raadslid en later als wethoudervande Gemeente. Ook is hij bijna 50 jaar lid geweest van het R.K. Kerk- en Schoolbestuur in de functie van secretaris. Voor al dit kerkelijk en sociaal werk werd hij in 1961 door Z.H. de Paus onderscheiden met de ridderorde van Sint Silvester.In deNeeder1ansche Vereeniging van Appelstroopfabrikanten werd hij in 1928 tot secretaris benoemd en behield deze functie tot 1965. Ook in de Nederlandse Vereniging der groenten- en fruitverwerkende industrie te Leiden werd hij bestuurslid vanenkelesecties. Onder deze respectabele opeenhoping van functies kwam zijn gezin niet in de verdrukking want hij wist zijn werkzaamheden zó te regelen dat hij dagelijks enige tijd vrij kon nemen voor contact met vrouw en kinderen. In de beginperiode van zijn leven als zakenman ondervond hij veel vriendschap van de oud-compagnon van zijn vader, de Heer J.L.L. Taminiau, die in Elst een fabriek van Jam en vruchtensappen had opgericht. In het familie-archief wordt metgrotepiëteit een lange brief met raadgevingen bewaard die deze echte vriend aan de jonge Frans schreef in 1917, vlak na de dood van diens vader. Het is treffend en boeiend achteraf te kunnen constateren hoe Frans deze raadgevingen letterlijkalsleidraad voor zijn latere leven heeft opgevolgd. De lotgevallen van zijn huwelijks- en gezinsleven beschreven wij in de geschiedenis van Vredenburg, elders in dit Familieboek. Ik wil hier nog enkele herinneringen uit zijn laatstelevensperiodeaan toevoegen. Omdat ik hem toen dikwijls kon bezoeken heb ik alles van nabij meegemaakt. Door zijn regelmatige levenswijze was hij eigenlijk nooit echt ziek geweest. Totdat in 1969 een ernstige hartaanval het ergste deed vrezen. Bij het medisch onderzoek bleek dat hij ook zware suikerziekte had. Alleen door de meestliefdevolleverpleging kwam hij na enkele maanden deze crisis te boven en al werd hij lichamelijk niet meer de oude, geestelijk bleek hij ongebroken. Zijn belangstelling voor alles wat er in de wereld gebeurde bleef onverminderd en menigbezoekerverwonderde zich over de openheid en soepelheid waarmee hij het goede in de snel veranderende wereld wist te waarderen. Hij hield zich zorgvuldig aan een ingewikkeld dieet, maar de liefdevolste zorg van zijn vrouwen dochters kon nietverhinderendat het verval van krachten voortschreed. Zes maanden na zijn 80e verjaardag, op 2e Kerstdag, verrastte de dood hem in zijn slaap. |
---|