Genealogie families Derksen en Gribnau

Gedoopt Oud Katholiek

Testament van Leentje Cornelisdr Schilperoord gemaakt 18 october 1719 voor de Schiedamse notaris Simon Knappert. "Leentje cornelisdr Schilperoord, weduwe van wijlen Pieter berghout, wonende onder Oud Matthenes, dog sijnde tegenwoordig binnen deese voornoemde staf (Schiedam) woonagtig, prelegateert aan haar zoon Pieter Pieterse Berghout haar huijs, berg(ing), erve en boomgaart met alle hetgeene daar aart en nagelvast is, staande en gelegen onder de heerlijkheid Oud Mathenes"

Pieter moet als tegenprestatie voor dit legaat wel de 400 gulden schuld op zich nemen waarmee het goed nog is belast. Van deze som gelds en de interest daarop kwam 200 gulden ten goede aan Arent Lantman en was de andere 200 gulden geleend door Louris Nels. Leentje prelegateerde aan Pieter ook nog de "paarden, karren, kruijwagens, tuijgen en verdere gereetschappen tot het halen van de assche nodig". haar man was dus "aschman" geweest, dat wil zeggen as- en vuilnisophaler. Voor dit legaat moest Pieter wel een schuldbrief van 160 gulden op zich nemen en de rente daarop betalen aan de eigenaar Arij Dirkse Buijteweg.

In de rest van de boedel verklaarde Leentje alle drie de kinderen, Pieter, Maartje en Trijntje tot erfgenamen en bij vooroverlijden van hun kinderen bij representatie.

Tot voogd over eventuele minderjarige erfgenamen benoemde ze Cornelis Teunisse Block, meester timmerman te Oud Methenesse. Ze tekende de akte met haar handmerk (een kruisje).

De aanstelling van Cornelis Teunisse Block als voogd is een belangrijke aanwijzing. Deze Cornelis woonde eveneens te Oud Mathenesse en was gehuwd met Trijtie Aartients Buytenwegh.

op 6 februari 1738 maakte Cornelis Teunisz Block een testament. Hij legateerde daarin onder andere aan Jan Pieterse Berkhout, of bij vooroverlijden aan diens huisvrouw Pietertie Jans honderd gulden. Aan Piete Pieterse Berckhout, wonende even buiten de Rotterdamse Poort deze stad (Schiedam) honderd gulden en aan Trijtie Cornelis van der Mark of bij vooroverlijden aan haar ouders Cornelis Franse van der Mark en Willemijntje Pieters Berkhout en bij vooroverlijden van hen aan hun kinderen Frans, Neeltie, Maritie en Pieter van der Mark duizend gulden uit een schuldrentebrief van dertienhonderd gulden ten laste van de voornoemde Cornelis Franse van der Mark.

Dit brengt de onderzoeker in een lastig parket. Dat de pieter Pietersz Berkhout, die genoemd wordt in het testament van Cornelis Block, idenetiek is aan Pieter (Petrus) Pietersz Berckhout, de nummer twee in deze reeks, is zeker. Laatstgenoemde Pieter woonde immers, getuige de aantekeningen bij de dopen van zijn kinderen, tenminste tussen 1725 en 1743 inderdaad even buiten de Rotterdamse Poort. Dat er in die tijd aldaar twee personen woonden van die naam is wel zeer onwaarschijnlijk en mag worden uitgesloten. Het probleem is echter dat in Cornelis' testament een Jan en Willemijntje Berkhout worden genoemd (waarvan we aannemen dat zij een broer en zus zijn van Pieter) die door Leentje Cornelisdr. Schilperoord niet in haar testament worden genoemd als haar kinderen. De oplossing ligt voor de hand maar kan nog niet worden bewezen. Jan en Willemijntje waren wellicht kinderen uit een eerder huwelijk van Peter Berckhout die dan in een tweede echt huwde met Leentje Schilperoort. Het mag duidelijk zijn dat dit nader onderoek behoeft in de archieven van Schiedam, Mathenesse en Rotterdam. Bron: "Sporen van Schiedammers van overal en nergens". ISBN 90-70450-17-8 Uit: Genealogieonline.nl/genealogie-bazelmans Samengesteld door Fieke Bazelmans