Jacobus Stephanus "Kobus" Hoogveld + Gerarda Aleida Hendrina Martina "Grada" Fierkens

5 kinderen
19222008
Geboren: 14 november 1922 36 28Bemmel, Gelderland, Nederland
Overleden: 18 mei 2008Bemmel, Gelderland, Nederland
19241976
Geboren: 2 januari 1924 37 30Bemmel, Gelderland, Nederland
Overleden: 26 april 1976Pannerden, Gelderland, Nederland
19251991
Geboren: 8 augustus 1925 39 31Bemmel, Gelderland, Nederland
Overleden: 9 mei 1991Nijmegen, Gelderland, Nederland
19271966
Geboren: 23 mei 1927 41 33Bemmel, Gelderland, Nederland
Overleden: 24 juli 1966Velp, Gelderland, Nederland
Stephanus Henricus "Stef" Hoogveld
19311990
Geboren: 8 augustus 1931 45 37Bemmel, Gelderland, Nederland
Overleden: 22 februari 1990Doornenburg, Gelderland, Nederland
Jacobus Stephanus "Kobus" Hoogveld
18861957
Geboren: 18 januari 1886 33 26Bemmel, Gelderland, Nederland
Beroep: Landbouwer, molenaar
Overleden: 6 mei 1957Doornenburg, Gelderland, Nederland
Johannes Theodorus Hoogveld
18521920
Geboren: 10 april 1852 35 33Angeren, Gelderland, Nederland
Beroep: Molenaar
Overleden: 27 mei 1920Bemmel, Gelderland, Nederland
Gerarda Aleida Hendrina Martina "Grada" Fierkens
18931980
Geboren: 30 december 1893 38 37Didam, Gelderland, Nederland
Overleden: 3 maart 1980Arnhem, Gelderland, Nederland
18551940
Geboren: rond 1855 57 35Wageningen, Gelderland, Nederland
Overleden: 29 mei 1940Didam, Gelderland, Nederland
18561934
Geboren: rond 1856 38 35Homoet, Gelderland, Nederland
Overleden: 30 maart 1934Didam, Gelderland, Nederland

Feiten en gebeurtenissen

Huwelijk 11 mei 1921
Uniek identificatienummer
1470BA0BD7DC91A44FDB30F98FE269D4

Mediaobject
Notitie: Fragment uit 'Dorpsgeschiedenis van Doornenburg'

Fragment uit 'Dorpsgeschiedenis van Doornenburg'

De eerste vermelding van een molen in Doornenburg is van 29 juni 1321. In Angeren verkochten toen Mechteld, weduwe van ridder Wolter van Dornick en haar zonen Willem en Wolter met hun echtgenoten Belia en Aleida, een in de parochieDoornenburggelegen grondstuk met de daarop staand windmolen aan broeder Heinrich von Grafenthal. Het goed was vrij van dijkplicht en andere lasten. De molen kan in deze tijd nog op de oude Molenberg / Meulenberg (boerderij aan de Pannerdenseweg)gestaanheben.

De volgende keer dat de molen in beeld komt is op 16 maart 1392. Willem van Gulik, hertog van Gelre, geeft dan het recht op de wind en het volkomen maalrecht van Gendt, Doornenburg en Angeren in erfpacht aan zijn raad, ridder Jan vanBilant.Sindsdien werden de opvolgers van van Jan van Bilant, de heren van De Doornenburg, er altijd mee beleend door de hertogen van Gelre. In feite waren de molens dwangmolens: de boeren van de drie dorpen waren verplicht er hun koren te latenmalen.De molenaars hadden dus in principe geen concurrentie te vrezen, maar daar stond tegenover dat zij wel een overeengekomen som geld of graan aan de kasteelheer moesten betalen.

De molens van Gendt en Doorneburg stonden tegenover elkaar. Ten behoeve van de gunstige windvang was er een eind buiten de bebouwing van het dorp een windmolen gebouwd. In de meest zuidwestelijke hoek van Doornenburg was deze staderdmolen,eenmolen met draaibare bovenbouw, geplaatst bij een kruispunt van wegen. Behalve een gunstige windvang had de molen dus een goede bereikbaarheid uit alle vier windstreken.

An de andere kant van de weg, op Gendts territorium, stond daarnaast een rosmolen, waarin gemalen werd als het windstil was.Hierin werden molenstenen namelijk aangedreven door een ros (=paard). Ook stonden er het huis en de hofstede van demulder(=molenaar). De molen werd altijd voor zes jaren verpacht en een pachtjaar liep van mei tot mei. Op de oudste afbeelding van de molen staat nog een standerdmolen. Dit was een gebouw op een stenen standerd met een houten bovenbouw die inz'ngeheel op de wind gedraaid kon worden. Deze molen kostte altijd veel onderhoud (aan het houtwerk), vanwege slijtage.

Bij een storm van 29 november 1836 is deze molen ingestort. Hij werd door een stenen windkorenmolen vervangen. Dit was een beltmolen, een molen op een belt (=bult) met een draaibare kap. Tegenover de molen stonden schuren die werden gebruiktalsveestal, koetshuis en rosmolen. Bij de molen was ook het woonhuis, dat tevens gedeeltelijk in gebruik was als kruidenierswinkel en bakkerij.

Jacobus Stephanus (Kobus) Hoogveld nam het bedrijf van zijn vader over. Nadat Kobus gehuwd was, werd er voor de overgebleven broers en zusters een nieuwe woning gebouwd, de Molenhof. Er was immers geen plaats meer in het ouderlijk huis.Jan,broer van Kobus, ging met de broodkar rond. Daarom werd hij in de volksmond "Jenje Meulenkar" genoemd.

Sinds 1837 was de molen aan de familie Hoogveld verpacht. In 1921 verkocht de toenmalige eigenaar, Baron van der Heijden, aan drie heren in Arnhem en Velp de windmolen, welke op hun beurt een jaar later de molen vekochten aan de mulder,KobusHoogveld.

Op 27 september 1944 werd korenmolen "De Hoop" opgeblazen door de Duitsers. Een minituurmolen in de tuin van de familie Hoogveld heeft nog lang herinnerd aan de belangrijke rol die de molen gedurende 600 jaar had vervuld. Inmiddels is ookdezeverdwenen.

Laatste wijziging 21 april 201223:53:36