Roelof Cranendonck van Emmichoven, 1330–1388 (leeftijd 58 jaar)
- Naam
- Roelof /Cranendonck van Emmichoven/
- Voornamen
- Roelof
- Achternaam
- Cranendonck van Emmichoven
vader |
1300–1343
Geboren: rond 1300
25
20 — Maarheeze, Noord-Brabant, Nederland Titel: Heer van Cranendonck Overleden: voor 20 juli 1343 — Maarheeze, Noord-Brabant, Nederland |
---|---|
moeder |
1305–
Geboren: 1305
45 — Maarheeze, Noord-Brabant, Nederland Overleden: |
Huwelijk | Huwelijk — rond 1328 — |
3 jaar
hijzelf |
1330–1388
Geboren: rond 1330
30
25 Beroep: Pastoor te Maarheeze Overleden: na 1388 |
hijzelf |
1330–1388
Geboren: rond 1330
30
25 Beroep: Pastoor te Maarheeze Overleden: na 1388 |
---|---|
zoon |
1370–1411
Geboren: rond 1370
40 Overleden: voor 4 juli 1411 |
11 jaar
zoon |
1380–1454
Geboren: rond 1380
50 — Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland Overleden: na 1454 — Ridderkerk, Zuid-Holland, Nederland |
6 jaar
zoon |
1385–1455
Geboren: rond 1385
55 Overleden: na 1455 |
Geboren | rond 1330
30
25 |
---|---|
Beroep | Pastoor te Maarheeze |
Overlijden van vader | Diederik "Dirk" van Horne voor 20 juli 1343 (leeftijd 13 jaar) |
Geboorte van een zoon | Willem van Gennep rond 1370 (leeftijd 40 jaar) |
Geboorte van een zoon | Jan Roelofsz Cranendonck rond 1380 (leeftijd 50 jaar) |
Geboorte van een zoon | Edmond Cranendonck van Emmichoven rond 1385 (leeftijd 55 jaar) |
Gebeurtenis | Notities bij Roelof van Emmichoven Roelof van Emmichoven, geboren rond 1330, overleden in of kort na 1388. Hij was mogelijk een zoon van Dirck van Cranendonck. In ieder geval is het volgens recent onderzoek hoogst waarschijnlijk dat hij afstamt van de heren van Cranendonck.Roelofwordt vermeld van 1368 tot 1388 als pastoor van de kerk van Maarheeze onder Cranendonck. Als raad van de heer van Horne, Altena en Kurtersem zegelde hij met het familiewapen van het Cranendonck: drie jachthoorns uit het wapen vanHorne,met in een vrijkwartier twee afgewende zalmen uit het wapen van Emmichoven en Altena. Roelof had drie bastaardzonen, waarschijnlijk bij drie verschillende vrouwen: Willem van Gennip, Emond van Emmichoven en Jan van Cranendonck. Roelof CRANENDONCK Van EMMICHOVEN, geboren ca 1330, overleden ca 1388. Hij was pastoor van Maarheze 1368-1388. De baronie Cranendonck ligt nabij Soerendonk en Budel ten zuiden van Eindhoven. Een heerlijkheid die vanaf het begin van de 13e eeuw in de bronnen voorkomt als bezit van een tak van het grafelijk HOORNE. Partner NN, niet getrouwdca1370. Niet getrouwd ca 1380. Partner NN, niet getrouwd ca 1385. Genoemd 1368-1388 als pastoor van Maarheeze (onder Cranendonck), raad van de heer van Horne en Altena (1386). De twee horens in het wapen komen van het wapen van het van Horne (heeft drie horens in haar wapen), de twee vissen (zalmen) komen van het wapen van Emmikhoven, wat weer afgeleid is van het wapen van Altena. Het wapen is dan ookhetalliantiewapen van Horne-Altena. De heerlijkheid Altena viel sinds 1242 onder Horne en Kleef. Wapen van het Cranendonck uit IJsselmonde: twee of drie rode hoorns (2 en 1) op een veld van goud, soms vergezeld van een ster, met in een groen vrijkwartier twee vertikaal geplaatste zilveren zalmen met de koppen omhoog. Volgens CBG: Familiewapen Cranendonck. Gevierendeeld: I en IV in goud een rood ankerkruis; II en III in zilver drie rode jachthoorns. De naam Cranendonck lijkt te wijzen op een herkomst uit Brabant, waar de voormalige baronie Cranendonck is te vinden. Een heerlijkheid die vanaf het begin van de 13e eeuw in de bronnen voorkomt als bezit van een tak van het grafelijkHoorne. De baronie Cranendonck ligt nabij Soerendonk en Budel ten zuiden van Eindhoven. Willem, heer van Horne, Altena en Gaasbeek, was gehuwd met Oda van Putten en Strijen, dochter van Nicolaas van Putten en Aleid van Strijen. Roelof´s nakomelingen maakte gebruik van een wapen met hoorns en zalmen, gelijk aan het alliantiewapen van Horne-Altena. Roelof is bekend als de vader van "Jan Roelofsz die men heet Jan Cranendoncxz". Wellicht was Willem Roelofsz, schout van Ridderkerk, ook een zoon van deze Roelof. Gezien zijn wapenvoering stamt waarschijnlijk zijn moeder uit het Altenase Van Emmichoven (2 afgekeerde zalmen), wellicht was ze een kleindochter van Roelof van Emmichoven vermeld 1300. Zijn vader zal een wapen met 3 hoorns gehad hebben, waarschijnlijk iemand uit het Horne of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het vasallen van Emminckhoven en het adelijke Horne/Cranendonck is hijvermoedelijkeen onwettige zoon geweest van één der zonen van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Er zijn echter ook andere hypothesen mogelijk. |
Gebeurtenis | Vermeld als pastoor van de kerk van Marrijs (=Maarheze onder Cranendonck) 1368/88, zegelde als raad van de heer van Horne, Altena en Kurtersem 10.05.1386 met drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrijkwartier 2 afgewende zalmen. Blijkenseenbelening van 31.10.1388 van "Willem van Ghennep Roelofs soen van Emmichoven pastoers van Marrijs" is hij vermoedelijk in of kort na 1388 overleden. Roelof had 3 (bastaard-) zonen vermoedelijk bij 3 verschillende vrouwen: Willem van Gennep,Janvan Craenendonck en Edmond van Emmichoven (waarschijnlijk commandeur van de Malteser Orde 1455). Gezien zijn wapenvoering stamt waarschijnlijk zijn moeder uit het Altenase Van Emmichoven (2 afgekeerde zalmen), wellicht was zeeenkleindochter van Roelof van Emmichoven vermeld 1300. Zijn vader zal een wapen met 3 hoorns gehad hebben, waarschijnlijk iemand uit het Horne of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het vasallen van Emminckhoven enhetadelijke Horne/Cranendonck is hij vermoedelijk een onwettige zoon geweest van EEN der zonen van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Er zijn echter ook andere hypothesen mogelijk. Toen wij in 1992 onze monografie overdeen Cranendonckl publiceerden, gingen wij uit van een hypothetische stamvader Roelof (van) Cranendonck, vader van Jan Cranendonck Roelofsz., die wij als oudste in de bronnen hadden aangetroffen. Deze Jan Cranendonck Roelofsz. werdsamenmet zijn (volwassen) zoons Roelof, Willem en Jan Jansz. Cranendonck in 1445-1450 genoemd als landpoorter van Dordrecht, wonende in Riederwaard (bij Ridderkerk). In het dijkkavelingsregister van de Riederwaard (ca.1453) komt hij voor als'JanRoeloffssoen die men heet Jan Cranendonck'. Uit hem stammen de vele Cranendoncken op de Zuid Hollandse eilanden en waarden. Van de hypothetische stamvader Roelof hadden wij echter in de archieven van Dordrecht en omliggende eilanden en waarden geen sporen aangetroffen. Reeds enkele jaren na de uitgave van ons boek werden wij via publicatie van de leenegisters van Altena 2 geattendeerd op een zekere Jan van Kraandonk, zoon van Roelof van Emmichoven, 'pastoor van Marrijs'. Janvan Kraandonk wordt hierin vermeld in 1388 en 1392, maar het is onduidelijk of hij op dat moment al meerderjarig was. Pas in 1411 blijkt hij zelfstandig op te treden. Het geschatte geboortejaar van 'onze' Jan Cranendonck Roelofsz.(ca. 1380),zou hiermee mooi overeenkomen. Hoewel voornaam, patroniem, familienaam en geschat geboortejaar zeer goed pasten, wilden wij toch iets meer zekerheid, voordat we de conclusie zouden trekken dat Jan Cranendonck Roelofsz. inderdaad de zoon was van Roelof van Emmichoven, pastoor van Marrijs. Als hypothese werd deze afstamming in volgende jaren overigens door anderen reeds verondersteld. Het heeft enige tijd geduurd voordat wij er achter kwamen, wat met 'Marrijs' werd bedoeld,maar toen het kwartje viel en wij veronderstelden dat hier Maarheeze mee werd bedoeld, werd het pas echt spannend: de Brabantse heerlijkheid Cranendonck valt immers onder de parochie Maarheeze! Dankzij een bronvermelding uit 1368, waarin Roelof van Emmichoven ondubbelzinnig als pastoor van 'Maerheze' wordt aangeduid, kunnen wij onze hypothese nu verder uitbouwen. Behalve het bovengenoemde leen, zijn met name de gevoerde wapens belangrijk m.b.t. de afstamming van het Riederwaardse Cranendonck. In ons boek veronderstelden wij op grond van wapenovereenkomst reeds een verband met de heren van Cranendonck, maar hoe dit precies in elkaar zat was onduidelijk. Het wapen van de Zuidhollandse Cranendonck en (1459) bestaat uit tweeof drie hoorns vergezeld van een ster, met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen met de koppen naar boven. In de 17e eeuw blijken de kleuren van dit wapen: rode hoorns op een gouden veld; blauwe zalmen op een groen veld. Het Home,dat vanaf 1242 de heerlijkheid Cranendonck in bezit had, voerde eveneens drie rode hoorns op een gouden veld (de derde hoorn in het Zuid Hollandse Cranendonck wapen werd soms afgedekt door het vrijkwartier): De afgewende zalmen komenovereen methet wapen Altena (twee afgewende rode zalmen op een gouden veld), maar ook met het wapen Ermlichoven (twee afgewende gouden zalmen op een blauw veld). De afwijkingen van deze basisfiguren in het wapen Cranendonck (een ster, de bovenste hoorn gewend, afwijkende kleuren van het vrij kwartier) kunnen worden gezien als 'breuken' (veranderingen in het stamwapen die aangeven dat het een jongere of bastaard tak betreft). Inderdaad lijkt het wapen van de Hollandse Cranendoncken gebaseerd te zijn op het wapen van Roelof van Emmichoven, pastoor van Maarheeze. In de inventaris van het archief van Altena is sprake van een akte d.d. 10-5-1386 bezegeld door o.a. 'Roelof van Emmichoven pastoer van Mareyis'. Hoewel het originele charter onvindbaar bleek, is toch een beschrijving van de zegelfiguur bekend dankzij een beschrijvend kaartje. Roelof van Emmichoven, pastoor van Mareyis, zegelde in 1386 met drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen.6 De naam Roelof van Emmichoven verwijst overduidelijk naar het Altenase Van Emmichoven, waarvan het familiewapen terugkomt in het vrijkwartier van het wapen van de pastoor. Meestal is een vrij kwartier een aanwijzing voor een moederlijke afstamming. Deze afstamming uit het Altenase Van Emmichoven blijkt uit het leen in de Spijk onder Emmikhoven, dat aan zijn zoons wordt overgedragen. Bovendien was hij raad van Willem van Horne en Altena, blijkens een akte uit 1386,mede bezegeld door 'Mathijs van Kessel ridder, Dyrc van Uutwijc, Roelofvan Emmichoven pastoor van Mareys, ende Henric die Borchgrave, knape, onse ghetrou raed'. De vader van pastoor Roelof zal derhalve een wapen met de drie hoorns hebben gevoerd. Gelet op de functie van de pastoor (Maarheeze onder Cranendonck) en de naam Cranendonck die zijn afstammelingen later voerden, zou de vader iemand moeten zijn uit het Home of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het adellijke Home/Cranendonck en het vazallen Van Emmichoven, betreft het daarbij vermoedelijk geen wettige afstamming. Wellicht was de pastoor een bastaard van een van de broers Cranendonck uit de eerste helft van de 14e eeuw: Arnoud, Willem (lIl) of Dirck van Cranendonck, zoons van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Dirck werd in het Land van Altena vermeld op 22-7-1331, toen heer Willem van Home en vijf van zijn Altenase leenmannen, waaronder Emond van Emmichoven en Dirck van Cranendonck, een verklaring aflegden. Dirck, die mogelijk pastoor van Bindervelt in Limburg was, werd in de laatste jaren van zijn leven heer van Cranendonck (ca. 1340-1342), als opvolger van zijn broer WillemIII (heer ca. 1323-ca.1340). Dirck moest het behoeden voor uitsterven en kreeg daarom dispensatie voor een huwelijk met zijn nicht Aleid van Home. Het huwelijk leverde echter geen na op, zodat Aleid na zijn dood vrouwe van Cranendonck werd (ca.1342-ca.1355). Na de dood van Aleid ging de heerlijkheid Cranendonck over op resp. zoon(s) van Dirks' zuster Irmgard van Cranendonck, gehuwd met Thomas van Sevenbom. Andere hypothesen m.b.t. de vader van pastoor Roelof van Emmichoven zijn minder waarschijnlijk, maar niet uit te sluiten: ook een van de vele zoons van Gerard van Home en Joanna van Gaasbeek I Ermgard van Kleef zou in aanmerking kunnen komen, bijv. Jan van Home, overleden na 1350. Omdat Jan van Cranendonck een broer had die Willem van Gennep genoemd werd, zou men kunnen denken dat de snaam Cranendonck gebaseerd was op zijn geboorteplaats: zijn vader was immers pastoor in Maarheeze/Cranendonck. Juist Roelofs' benoeming tot pastoor van Maarheeze versterkt echter in onze ogen de hypothese van bastaardij uit de heren van Home-Altena: meestal zorgden de adellijke heren goed voor hun bastaarden en het vergeven van bepaalde 'baantjes' hoorde daar zeker bij! Mede gelet op de dominerende aanwezigheid van leden van het van Home/Cranendonck in het Altenase woongebied van de Van Emmichovens, is een relatie tussen leden van deze en zeer goed voorstelbaar. Overigens werd een Altena's leen, bestaande uit 6 morgen 2 hont land onder Waardhuizerbroek (ten oosten van Emmikhoven), in 1461 nog aangeduid als 'de Kranendonken'. Uit het vrij kwartier in het wapen van Roelof van Emmichoven, pastoor van Maarheeze, kan voorzichtig geconc1udeerd worden,dat hij met naam en toenaam vernoemd zou kunnen zijn naar zijn grootvader van moederszijde. Deze grootvader Roelof van Emmichoven zou zeer goed identiek kunnen zijn met de stamvader van het Altenase : Roelof van Emmichoven, genoemd 10-2-1300. Van het Van Emmichoven wordt wel beweerd, dat het evenals andere Altenase en als Boecke1aer (Beuckelaer), zou stammen uit de heren van Altena. Wellicht is deze bewering gebaseerd op de zal men die deze en in hun wapen voerden, of een foutieve interpretatie van een akte d.d. 29-4-1300, waarin Willem van Home en Altena zich verzoende met Jan van Rijswijk: Jan mocht hierna zijn huis en hof in leen houden, met toestemming daarbinnen een kemmenade te timmeren, zo groot als 'heren Willem onsen sone, Lodewijck Boekelaer ende Roelof van Emmichoven goet ende moeghe1ijc sal duncken (te) wesen'. Uiteraard wordt met 'onsen sone' slechts Willem bedoeld, de volgende heer van Home en Altena, en niet de getuigen Lodewijck Boekelaer en Roelof van Emmichoven. Helaas is de genealogie van de oudere generaties van dit Van Emmichoven niet volledig. Na een eerste fragment-genealogie, gebaseerd op een aantal lenen, publiceerde Peter van Eeten in 1990 en 1991 een vrij uitgebreid overzicht van de op dat moment bekende gegevens. Uit deze publikaties, aangevuld met gegevens o.a. uit sindsdien uitgegeven repertoria van lenen, valt echter met het nodige voorbehoud wel een fragmentarische genealogie van de oudste generaties te contrueren. De oude Roelof van Emmichoven had vermoedelijk meerdere zoons: Matthijs van Emmichoven en mogelijk ook Emond van Emmichoven (vermeld 1323, 1336) en Jan (de jonge) van Emmichoven (vermeld 1325):zie schema. De pastoor Roelof van Emmichoven kan zijn naam hebben gekregen via een onbekende dochter van oude Roelof van Emmichoven. Een extra moeilijkheid voor het reconstrueren van een genealogie van het Van Emmichoven, ligt in het veelvuldig voorkomen van de voornaam Roelof. Behalve de Aanwijzing voor de nauwe onderlinge verwantschap tussen de pastoor en bovengenoemde Roelof van Emmichoven (overl. na 1396) ligt in het feit, dat een leen van 7 morgen land in de Spijk onder Emmikhoven door deze Roelof van Emmichoven, met toestemming van diens oudste zoon Anton, overgedragen werd op de kinderen van pastoor Roelof van Emmichoven. Deze Roelof van Emmichoven werd in 1392 beleend met 5 morgen land in Emmikhoven bij overdracht door een zekere Jan van Wisschel, eveneens zoon van een pastoor, die op zijn beurt in 1411 werd beleend met de eerstgenoemde 7 morgen bij overdracht door Jan van Craendonck, zoon van de pastoor Roelof van Emmichoven. Gelet op deze onderlinge 'uitwisseling' van lenen, kan worden vermoed, dat Jan van Wisschel of zijn vrouw Claessien op een of andere manier geparenteerd waren aan het Van Emmichoven. Een andere aanwijzing hiervoor is het voorkomen van de naam Roelof in dit : in 1451 was in Emmikhoven sprake van de erven van Roelof van Wisschel. Roelof van Emmichoven, geb. ca. 1330 (geschat), genoemd 1368-1388 als pastoor van de kerk van Maarheeze (onder Cranendonck), zegelde 10-5-1386 als'raad' van de heer van Home, Altena en Kurtersem met: drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen. Kinderen (vermoedelijk bij verschillende vrouwen): 1. Willem van Gennep, geb. ca. 1370 (geschat), in 1388 beleend met 7 morgenland in de Spijk onder Emmikhoven, overl. voor 4-7-1411. 2. Jan van Craendonck, geb. ca. 1380 (geschat), volgt Il. 3. Emond van Emmichoven, geb. ca. 1385 (geschat), vermeld 1388, mogelijk broeder en ridder van de orde van Sint Johannes van Jerusalem gezegd van Rhodos, commandeur van de Nederlandse zetel van de orde te Chantraine in het dorp Huppaye bij Jodoigne (Geldenaken, Belgisch Brabant), gezegd baljuw van Avalterre (1455). Een eerste vermelding van Roelof van Emmichoven,pastoor van de kerk van 'Maerheze', stamt uit een protocol van 1368, m.b.i. Empel en Meerwijk.'6 In het Land van Altena komt Roelof van Emmichoven, pastoor van Marrijs, voor het eerst voor in 1382, als getuige. 'Hij blijkt raad van de heer van Altena te zijn op 10-5-1386, op welke datum Willem van Home, heer van Altena, enige voorrechten aan Woudrichem schonk; het charter was mede bezegeld door 'Mathijs van Kessel ridder, Dyrc van Uutwijc, Roe10fvan Emmichoven pastoor vanMareys,ende Henric die Borchgrave, knape, onse ghetrou raed'. Op dezelfde dag verklaarden rechter, schepenen en raad van Woudrichem aan de heer van Home, Altena en Kurtersem, dat zij alle artikelen van de privilege brief die zij van hem hebben gekregen zullen naleven. Met zegels van de poorte van Woudrichem, Matthijs van Kessel ridder, Didderic van Uutwijc, Roelof van Emminchoven pastoor van Mareyis, en Heynric de Borchgreve knape.19 Het laatstgenoemde charter is zoek, maar volgens een beschrijvend kaartje m.b.i. dit charter zegelde Roelof van Emmichoven pastoor van Mareyis met: drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen. Vermoedelijk is hij in of kort na 1388 overleden, blijkens een belening d.d. 31-10-1388 van 'Willem van Ghennep Roelofs soen van Emmichoven pastoers van Marrijs'. Wellicht identiek met de jongste zoon van pastoor Roe1of van Emmichoven was de Maltezer ridder Emond van Emmichoven. Deze Emond van Emychoven, commandeur van Chantraine, gezegd baljuw van Avalterre, broeder (en) ridder van de orde van Sint Johannes van Jerusalem gezegd van Rhodos, verklaarde 15-3-1455 dat Gilles van Luik, kanunnik en gevolmachtigde van het kapittel van het Heilig Kruis,opgave had verstrekt, vanwege het leenhof van het huis van Haneffe (ten westen van Luik), van de gronden gelegen in Dommartin. De Tempeliers of Ridders van de Orde van Sint Johannes van Jerusalem (na het verlies van Rhodos meestal Maltezer Orde genoemd)hadden in de Nederlanden een baljuwschap genaamd Avalterre, met hoofdzetel in de commanderij Chantraine, gelegen in het dorp Huppaye bij Jodoigne (Geldenaken, Belgisch Brabant). De commandeur van Chantraine was daarmee tevens baljuw van Avalterre (het gebied van de Nederlanden). Eigenaar/Bron ONS VOOR - 5e JG (2004) - No. 562 |
Overlijden van moeder | Roelofsdr van Emmichoven |
Aantal kinderen | 3 Notitie: De drie kinderen zijn waarschijnlijk verwerkt bij drie verschillende vrouwen.
|
Overleden | na 1388 (leeftijd 58 jaar) |
Uniek identificatienummer | 118A70F4FD6DBB9E4B277B46DA37813F |
Uniek identificatienummer | Bekijk dit gezin EEA4603AC0A7A860456E9008AA1A03BC |
Laatste wijziging | 7 april 2020 – 10:33:36 |
Gebeurtenis | Notities bij Roelof van Emmichoven Roelof van Emmichoven, geboren rond 1330, overleden in of kort na 1388. Hij was mogelijk een zoon van Dirck van Cranendonck. In ieder geval is het volgens recent onderzoek hoogst waarschijnlijk dat hij afstamt van de heren van Cranendonck.Roelofwordt vermeld van 1368 tot 1388 als pastoor van de kerk van Maarheeze onder Cranendonck. Als raad van de heer van Horne, Altena en Kurtersem zegelde hij met het familiewapen van het Cranendonck: drie jachthoorns uit het wapen vanHorne,met in een vrijkwartier twee afgewende zalmen uit het wapen van Emmichoven en Altena. Roelof had drie bastaardzonen, waarschijnlijk bij drie verschillende vrouwen: Willem van Gennip, Emond van Emmichoven en Jan van Cranendonck. Roelof CRANENDONCK Van EMMICHOVEN, geboren ca 1330, overleden ca 1388. Hij was pastoor van Maarheze 1368-1388. De baronie Cranendonck ligt nabij Soerendonk en Budel ten zuiden van Eindhoven. Een heerlijkheid die vanaf het begin van de 13e eeuw in de bronnen voorkomt als bezit van een tak van het grafelijk HOORNE. Partner NN, niet getrouwdca1370. Niet getrouwd ca 1380. Partner NN, niet getrouwd ca 1385. Genoemd 1368-1388 als pastoor van Maarheeze (onder Cranendonck), raad van de heer van Horne en Altena (1386). De twee horens in het wapen komen van het wapen van het van Horne (heeft drie horens in haar wapen), de twee vissen (zalmen) komen van het wapen van Emmikhoven, wat weer afgeleid is van het wapen van Altena. Het wapen is dan ookhetalliantiewapen van Horne-Altena. De heerlijkheid Altena viel sinds 1242 onder Horne en Kleef. Wapen van het Cranendonck uit IJsselmonde: twee of drie rode hoorns (2 en 1) op een veld van goud, soms vergezeld van een ster, met in een groen vrijkwartier twee vertikaal geplaatste zilveren zalmen met de koppen omhoog. Volgens CBG: Familiewapen Cranendonck. Gevierendeeld: I en IV in goud een rood ankerkruis; II en III in zilver drie rode jachthoorns. De naam Cranendonck lijkt te wijzen op een herkomst uit Brabant, waar de voormalige baronie Cranendonck is te vinden. Een heerlijkheid die vanaf het begin van de 13e eeuw in de bronnen voorkomt als bezit van een tak van het grafelijkHoorne. De baronie Cranendonck ligt nabij Soerendonk en Budel ten zuiden van Eindhoven. Willem, heer van Horne, Altena en Gaasbeek, was gehuwd met Oda van Putten en Strijen, dochter van Nicolaas van Putten en Aleid van Strijen. Roelof´s nakomelingen maakte gebruik van een wapen met hoorns en zalmen, gelijk aan het alliantiewapen van Horne-Altena. Roelof is bekend als de vader van "Jan Roelofsz die men heet Jan Cranendoncxz". Wellicht was Willem Roelofsz, schout van Ridderkerk, ook een zoon van deze Roelof. Gezien zijn wapenvoering stamt waarschijnlijk zijn moeder uit het Altenase Van Emmichoven (2 afgekeerde zalmen), wellicht was ze een kleindochter van Roelof van Emmichoven vermeld 1300. Zijn vader zal een wapen met 3 hoorns gehad hebben, waarschijnlijk iemand uit het Horne of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het vasallen van Emminckhoven en het adelijke Horne/Cranendonck is hijvermoedelijkeen onwettige zoon geweest van één der zonen van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Er zijn echter ook andere hypothesen mogelijk. |
---|---|
Gebeurtenis | Vermeld als pastoor van de kerk van Marrijs (=Maarheze onder Cranendonck) 1368/88, zegelde als raad van de heer van Horne, Altena en Kurtersem 10.05.1386 met drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrijkwartier 2 afgewende zalmen. Blijkenseenbelening van 31.10.1388 van "Willem van Ghennep Roelofs soen van Emmichoven pastoers van Marrijs" is hij vermoedelijk in of kort na 1388 overleden. Roelof had 3 (bastaard-) zonen vermoedelijk bij 3 verschillende vrouwen: Willem van Gennep,Janvan Craenendonck en Edmond van Emmichoven (waarschijnlijk commandeur van de Malteser Orde 1455). Gezien zijn wapenvoering stamt waarschijnlijk zijn moeder uit het Altenase Van Emmichoven (2 afgekeerde zalmen), wellicht was zeeenkleindochter van Roelof van Emmichoven vermeld 1300. Zijn vader zal een wapen met 3 hoorns gehad hebben, waarschijnlijk iemand uit het Horne of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het vasallen van Emminckhoven enhetadelijke Horne/Cranendonck is hij vermoedelijk een onwettige zoon geweest van EEN der zonen van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Er zijn echter ook andere hypothesen mogelijk. Toen wij in 1992 onze monografie overdeen Cranendonckl publiceerden, gingen wij uit van een hypothetische stamvader Roelof (van) Cranendonck, vader van Jan Cranendonck Roelofsz., die wij als oudste in de bronnen hadden aangetroffen. Deze Jan Cranendonck Roelofsz. werdsamenmet zijn (volwassen) zoons Roelof, Willem en Jan Jansz. Cranendonck in 1445-1450 genoemd als landpoorter van Dordrecht, wonende in Riederwaard (bij Ridderkerk). In het dijkkavelingsregister van de Riederwaard (ca.1453) komt hij voor als'JanRoeloffssoen die men heet Jan Cranendonck'. Uit hem stammen de vele Cranendoncken op de Zuid Hollandse eilanden en waarden. Van de hypothetische stamvader Roelof hadden wij echter in de archieven van Dordrecht en omliggende eilanden en waarden geen sporen aangetroffen. Reeds enkele jaren na de uitgave van ons boek werden wij via publicatie van de leenegisters van Altena 2 geattendeerd op een zekere Jan van Kraandonk, zoon van Roelof van Emmichoven, 'pastoor van Marrijs'. Janvan Kraandonk wordt hierin vermeld in 1388 en 1392, maar het is onduidelijk of hij op dat moment al meerderjarig was. Pas in 1411 blijkt hij zelfstandig op te treden. Het geschatte geboortejaar van 'onze' Jan Cranendonck Roelofsz.(ca. 1380),zou hiermee mooi overeenkomen. Hoewel voornaam, patroniem, familienaam en geschat geboortejaar zeer goed pasten, wilden wij toch iets meer zekerheid, voordat we de conclusie zouden trekken dat Jan Cranendonck Roelofsz. inderdaad de zoon was van Roelof van Emmichoven, pastoor van Marrijs. Als hypothese werd deze afstamming in volgende jaren overigens door anderen reeds verondersteld. Het heeft enige tijd geduurd voordat wij er achter kwamen, wat met 'Marrijs' werd bedoeld,maar toen het kwartje viel en wij veronderstelden dat hier Maarheeze mee werd bedoeld, werd het pas echt spannend: de Brabantse heerlijkheid Cranendonck valt immers onder de parochie Maarheeze! Dankzij een bronvermelding uit 1368, waarin Roelof van Emmichoven ondubbelzinnig als pastoor van 'Maerheze' wordt aangeduid, kunnen wij onze hypothese nu verder uitbouwen. Behalve het bovengenoemde leen, zijn met name de gevoerde wapens belangrijk m.b.t. de afstamming van het Riederwaardse Cranendonck. In ons boek veronderstelden wij op grond van wapenovereenkomst reeds een verband met de heren van Cranendonck, maar hoe dit precies in elkaar zat was onduidelijk. Het wapen van de Zuidhollandse Cranendonck en (1459) bestaat uit tweeof drie hoorns vergezeld van een ster, met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen met de koppen naar boven. In de 17e eeuw blijken de kleuren van dit wapen: rode hoorns op een gouden veld; blauwe zalmen op een groen veld. Het Home,dat vanaf 1242 de heerlijkheid Cranendonck in bezit had, voerde eveneens drie rode hoorns op een gouden veld (de derde hoorn in het Zuid Hollandse Cranendonck wapen werd soms afgedekt door het vrijkwartier): De afgewende zalmen komenovereen methet wapen Altena (twee afgewende rode zalmen op een gouden veld), maar ook met het wapen Ermlichoven (twee afgewende gouden zalmen op een blauw veld). De afwijkingen van deze basisfiguren in het wapen Cranendonck (een ster, de bovenste hoorn gewend, afwijkende kleuren van het vrij kwartier) kunnen worden gezien als 'breuken' (veranderingen in het stamwapen die aangeven dat het een jongere of bastaard tak betreft). Inderdaad lijkt het wapen van de Hollandse Cranendoncken gebaseerd te zijn op het wapen van Roelof van Emmichoven, pastoor van Maarheeze. In de inventaris van het archief van Altena is sprake van een akte d.d. 10-5-1386 bezegeld door o.a. 'Roelof van Emmichoven pastoer van Mareyis'. Hoewel het originele charter onvindbaar bleek, is toch een beschrijving van de zegelfiguur bekend dankzij een beschrijvend kaartje. Roelof van Emmichoven, pastoor van Mareyis, zegelde in 1386 met drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen.6 De naam Roelof van Emmichoven verwijst overduidelijk naar het Altenase Van Emmichoven, waarvan het familiewapen terugkomt in het vrijkwartier van het wapen van de pastoor. Meestal is een vrij kwartier een aanwijzing voor een moederlijke afstamming. Deze afstamming uit het Altenase Van Emmichoven blijkt uit het leen in de Spijk onder Emmikhoven, dat aan zijn zoons wordt overgedragen. Bovendien was hij raad van Willem van Horne en Altena, blijkens een akte uit 1386,mede bezegeld door 'Mathijs van Kessel ridder, Dyrc van Uutwijc, Roelofvan Emmichoven pastoor van Mareys, ende Henric die Borchgrave, knape, onse ghetrou raed'. De vader van pastoor Roelof zal derhalve een wapen met de drie hoorns hebben gevoerd. Gelet op de functie van de pastoor (Maarheeze onder Cranendonck) en de naam Cranendonck die zijn afstammelingen later voerden, zou de vader iemand moeten zijn uit het Home of Cranendonck. Gezien het standsverschil tussen het adellijke Home/Cranendonck en het vazallen Van Emmichoven, betreft het daarbij vermoedelijk geen wettige afstamming. Wellicht was de pastoor een bastaard van een van de broers Cranendonck uit de eerste helft van de 14e eeuw: Arnoud, Willem (lIl) of Dirck van Cranendonck, zoons van Willem II van Cranendonck en Elisabeth van Steyn. Dirck werd in het Land van Altena vermeld op 22-7-1331, toen heer Willem van Home en vijf van zijn Altenase leenmannen, waaronder Emond van Emmichoven en Dirck van Cranendonck, een verklaring aflegden. Dirck, die mogelijk pastoor van Bindervelt in Limburg was, werd in de laatste jaren van zijn leven heer van Cranendonck (ca. 1340-1342), als opvolger van zijn broer WillemIII (heer ca. 1323-ca.1340). Dirck moest het behoeden voor uitsterven en kreeg daarom dispensatie voor een huwelijk met zijn nicht Aleid van Home. Het huwelijk leverde echter geen na op, zodat Aleid na zijn dood vrouwe van Cranendonck werd (ca.1342-ca.1355). Na de dood van Aleid ging de heerlijkheid Cranendonck over op resp. zoon(s) van Dirks' zuster Irmgard van Cranendonck, gehuwd met Thomas van Sevenbom. Andere hypothesen m.b.t. de vader van pastoor Roelof van Emmichoven zijn minder waarschijnlijk, maar niet uit te sluiten: ook een van de vele zoons van Gerard van Home en Joanna van Gaasbeek I Ermgard van Kleef zou in aanmerking kunnen komen, bijv. Jan van Home, overleden na 1350. Omdat Jan van Cranendonck een broer had die Willem van Gennep genoemd werd, zou men kunnen denken dat de snaam Cranendonck gebaseerd was op zijn geboorteplaats: zijn vader was immers pastoor in Maarheeze/Cranendonck. Juist Roelofs' benoeming tot pastoor van Maarheeze versterkt echter in onze ogen de hypothese van bastaardij uit de heren van Home-Altena: meestal zorgden de adellijke heren goed voor hun bastaarden en het vergeven van bepaalde 'baantjes' hoorde daar zeker bij! Mede gelet op de dominerende aanwezigheid van leden van het van Home/Cranendonck in het Altenase woongebied van de Van Emmichovens, is een relatie tussen leden van deze en zeer goed voorstelbaar. Overigens werd een Altena's leen, bestaande uit 6 morgen 2 hont land onder Waardhuizerbroek (ten oosten van Emmikhoven), in 1461 nog aangeduid als 'de Kranendonken'. Uit het vrij kwartier in het wapen van Roelof van Emmichoven, pastoor van Maarheeze, kan voorzichtig geconc1udeerd worden,dat hij met naam en toenaam vernoemd zou kunnen zijn naar zijn grootvader van moederszijde. Deze grootvader Roelof van Emmichoven zou zeer goed identiek kunnen zijn met de stamvader van het Altenase : Roelof van Emmichoven, genoemd 10-2-1300. Van het Van Emmichoven wordt wel beweerd, dat het evenals andere Altenase en als Boecke1aer (Beuckelaer), zou stammen uit de heren van Altena. Wellicht is deze bewering gebaseerd op de zal men die deze en in hun wapen voerden, of een foutieve interpretatie van een akte d.d. 29-4-1300, waarin Willem van Home en Altena zich verzoende met Jan van Rijswijk: Jan mocht hierna zijn huis en hof in leen houden, met toestemming daarbinnen een kemmenade te timmeren, zo groot als 'heren Willem onsen sone, Lodewijck Boekelaer ende Roelof van Emmichoven goet ende moeghe1ijc sal duncken (te) wesen'. Uiteraard wordt met 'onsen sone' slechts Willem bedoeld, de volgende heer van Home en Altena, en niet de getuigen Lodewijck Boekelaer en Roelof van Emmichoven. Helaas is de genealogie van de oudere generaties van dit Van Emmichoven niet volledig. Na een eerste fragment-genealogie, gebaseerd op een aantal lenen, publiceerde Peter van Eeten in 1990 en 1991 een vrij uitgebreid overzicht van de op dat moment bekende gegevens. Uit deze publikaties, aangevuld met gegevens o.a. uit sindsdien uitgegeven repertoria van lenen, valt echter met het nodige voorbehoud wel een fragmentarische genealogie van de oudste generaties te contrueren. De oude Roelof van Emmichoven had vermoedelijk meerdere zoons: Matthijs van Emmichoven en mogelijk ook Emond van Emmichoven (vermeld 1323, 1336) en Jan (de jonge) van Emmichoven (vermeld 1325):zie schema. De pastoor Roelof van Emmichoven kan zijn naam hebben gekregen via een onbekende dochter van oude Roelof van Emmichoven. Een extra moeilijkheid voor het reconstrueren van een genealogie van het Van Emmichoven, ligt in het veelvuldig voorkomen van de voornaam Roelof. Behalve de Aanwijzing voor de nauwe onderlinge verwantschap tussen de pastoor en bovengenoemde Roelof van Emmichoven (overl. na 1396) ligt in het feit, dat een leen van 7 morgen land in de Spijk onder Emmikhoven door deze Roelof van Emmichoven, met toestemming van diens oudste zoon Anton, overgedragen werd op de kinderen van pastoor Roelof van Emmichoven. Deze Roelof van Emmichoven werd in 1392 beleend met 5 morgen land in Emmikhoven bij overdracht door een zekere Jan van Wisschel, eveneens zoon van een pastoor, die op zijn beurt in 1411 werd beleend met de eerstgenoemde 7 morgen bij overdracht door Jan van Craendonck, zoon van de pastoor Roelof van Emmichoven. Gelet op deze onderlinge 'uitwisseling' van lenen, kan worden vermoed, dat Jan van Wisschel of zijn vrouw Claessien op een of andere manier geparenteerd waren aan het Van Emmichoven. Een andere aanwijzing hiervoor is het voorkomen van de naam Roelof in dit : in 1451 was in Emmikhoven sprake van de erven van Roelof van Wisschel. Roelof van Emmichoven, geb. ca. 1330 (geschat), genoemd 1368-1388 als pastoor van de kerk van Maarheeze (onder Cranendonck), zegelde 10-5-1386 als'raad' van de heer van Home, Altena en Kurtersem met: drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen. Kinderen (vermoedelijk bij verschillende vrouwen): 1. Willem van Gennep, geb. ca. 1370 (geschat), in 1388 beleend met 7 morgenland in de Spijk onder Emmikhoven, overl. voor 4-7-1411. 2. Jan van Craendonck, geb. ca. 1380 (geschat), volgt Il. 3. Emond van Emmichoven, geb. ca. 1385 (geschat), vermeld 1388, mogelijk broeder en ridder van de orde van Sint Johannes van Jerusalem gezegd van Rhodos, commandeur van de Nederlandse zetel van de orde te Chantraine in het dorp Huppaye bij Jodoigne (Geldenaken, Belgisch Brabant), gezegd baljuw van Avalterre (1455). Een eerste vermelding van Roelof van Emmichoven,pastoor van de kerk van 'Maerheze', stamt uit een protocol van 1368, m.b.i. Empel en Meerwijk.'6 In het Land van Altena komt Roelof van Emmichoven, pastoor van Marrijs, voor het eerst voor in 1382, als getuige. 'Hij blijkt raad van de heer van Altena te zijn op 10-5-1386, op welke datum Willem van Home, heer van Altena, enige voorrechten aan Woudrichem schonk; het charter was mede bezegeld door 'Mathijs van Kessel ridder, Dyrc van Uutwijc, Roe10fvan Emmichoven pastoor vanMareys,ende Henric die Borchgrave, knape, onse ghetrou raed'. Op dezelfde dag verklaarden rechter, schepenen en raad van Woudrichem aan de heer van Home, Altena en Kurtersem, dat zij alle artikelen van de privilege brief die zij van hem hebben gekregen zullen naleven. Met zegels van de poorte van Woudrichem, Matthijs van Kessel ridder, Didderic van Uutwijc, Roelof van Emminchoven pastoor van Mareyis, en Heynric de Borchgreve knape.19 Het laatstgenoemde charter is zoek, maar volgens een beschrijvend kaartje m.b.i. dit charter zegelde Roelof van Emmichoven pastoor van Mareyis met: drie jachthoorns (2 en 1), met in een vrij kwartier twee afgewende zalmen. Vermoedelijk is hij in of kort na 1388 overleden, blijkens een belening d.d. 31-10-1388 van 'Willem van Ghennep Roelofs soen van Emmichoven pastoers van Marrijs'. Wellicht identiek met de jongste zoon van pastoor Roe1of van Emmichoven was de Maltezer ridder Emond van Emmichoven. Deze Emond van Emychoven, commandeur van Chantraine, gezegd baljuw van Avalterre, broeder (en) ridder van de orde van Sint Johannes van Jerusalem gezegd van Rhodos, verklaarde 15-3-1455 dat Gilles van Luik, kanunnik en gevolmachtigde van het kapittel van het Heilig Kruis,opgave had verstrekt, vanwege het leenhof van het huis van Haneffe (ten westen van Luik), van de gronden gelegen in Dommartin. De Tempeliers of Ridders van de Orde van Sint Johannes van Jerusalem (na het verlies van Rhodos meestal Maltezer Orde genoemd)hadden in de Nederlanden een baljuwschap genaamd Avalterre, met hoofdzetel in de commanderij Chantraine, gelegen in het dorp Huppaye bij Jodoigne (Geldenaken, Belgisch Brabant). De commandeur van Chantraine was daarmee tevens baljuw van Avalterre (het gebied van de Nederlanden). Eigenaar/Bron ONS VOOR - 5e JG (2004) - No. 562 |
Aantal kinderen | De drie kinderen zijn waarschijnlijk verwerkt bij drie verschillende vrouwen. |